Beauty

Kapsel mislukt? 7 tips om je coupe alsnog te redden

Eens in de zoveel tijd denk je: ja, het is tijd voor een nieuwe ik, het is tijd voor een nieuw kapsel. Je gaat vol zelfvertrouwen naar de drogist voor een pak haarverf of eindelijk weer eens naar de kapper die je al ruim een jaar niet hebt gezien. Een uur later is je zelfvertrouwen vervangen door een gigantische brok in je keel. Je kunt wel huilen, want de nieuwe jij ziet er niet uit. We’ve all been there en daarom heeft Girlscene zeven tips om jou te helpen met je verpeste hairdo.
♥ Tips voor wanneer je als thuiskapper hebt gespeeld
Dat je haar er anders uitziet dan dat je voor ogen had, is helemaal niet zo gek. Hoe de haarverf uitpakt op jouw haar heeft namelijk te maken met je basis. Dit gaat niet alleen om je eigen haarkleur, maar ook om de conditie van je haar. Denk aan beschadiging en of je haar al eens eerder is geverfd. Zo zijn er een aantal factoren die ervoor zorgen dat je haarkleur anders uitpakt.
1. Je haar is niet de kleur die je had verwacht
Iedere verfkleur pakt op iedere haarkleur anders uit. Verf trekt makkelijker in blonder haar dan op donkere lokken. Dus, als jij van blond naar bruin gaat, kun je achteraf schrikken van het verschil. Het contrast tussen de kleur van je huid en je haar is natuurlijk groter. Als je de kleur te donker voor vindt, moet je je haar een aantal keren wassen met anti-roosshampoo. Dit soort shampoo is namelijk heel hardnekkig voor je haar, maar ook voor je hoofdhuid dus gebruik het niet te vaak. Na een paar wasbeurten zie je al het verschil.
2. Je bent roder dan verwacht
Een kleur waarmee je altijd voorzichtig moet zijn is de kleur rood. Rode haarverf blijft altijd heel lang in het haar zitten. Zelfs als je denkt dat je na al die weken je eigen haarkleur weer hebt, zie je in verschillende belichtingen de rode gloed naar boven komen. Roodtinten in je haar zijn supermooi, maar super-super hardnekkig. Ook hiervoor geldt: anti-roosshampoo. Je kunt ook kiezen voor een zilvershampoo, deze shampoo neutraliseert de warme tinten.
3. Je haar heeft een groene gloed
Een groene gloed komt voor als je van blond naar bruin gaat. Bruine haarverf trekt namelijk al het rode pigment uit blonde haren en blonde mensen bevatten dit pigment al weinig. Eindstand: een groenige gloed. Alles behalve sexy natuurlijk. De oplossing is nabij en je hebt het vast wel in je koelkast staan. Om deze groene gloed uit je haar te krijgen moet je namelijk ketchup gebruiken. Het voelt misschien een beetje gek, maar het werkt echt. Verdeel de ketchup over je hele haar, doe je lokken in aluminiumfolie en laat het een kwartier intrekken.
4. Durf naar de kapper te gaan 
Je schaamt je ten eerste al voor je kapsel en nu moet je ook nog eens aan een professional uitleggen dat je dit zelf hebt veroorzaakt. Je moet even je ego aan de kant schuiven, maar dan heb je ook wat. Als je nieuwe look echt niet is wat je wil, is een professional de enige die het voor je kan oplossen. Iedereen experimenteert wel eens met haarverf, wees blij dat je de schaar niet in je haar hebt gezet.
♥ Tips voor als je je haar hebt laten doen in een kapsalon
Ook als je je lokken overlaat aan een professional, kan er wel eens iets misgaan. Soms denk je dat je het nog zo goed had uitgelegd, maar is het eindresultaat volledig anders. 
1. Ga niet zelf aan de slag
Kappers zijn ook gewoon mensen en soms is het ene kapsel een groter succes dan het andere kapsel. Wees daarom niet bang voor de kapper. Laat die keukenschaar liggen en loop voorbij de drogist. De kans is namelijk enorm groot dat je je lokken beschadigt als je het zelf wil oplossen.
2. Neem voorbeelden mee
Het scheelt al een hele hoop als jij voor je kappersbezoekje de nodige voorbereidingen treft. Voorkom een vervelende situatie waarbij je ontevreden de kapperszaak verlaat en neem foto’s mee van de coupe die jij graag wil. Denk aan realistische voorbeelden en geen té mooie Pinterest plaatjes. Als laatste leg je goed uit wat je minder vindt aan je kapsel. Ondanks dat het natuurlijk reuze spannend is om wéér die stoel in te gaan, kan er nu niks meer misgaan. 
3. Durf aan te geven als iets niet is hoe jij het wil
Durf als je in de kappersstoel zit aan te geven als je iets te kort, te lang, te licht of te donker vindt. Kappers kunnen je gedachten niet lezen.
Bron: salonb.nl, buzzfeed.com | Beeld: Unsplash

Must reads 👀

Lifestyle

‘Ben je altijd zo stil?’ en 5 andere zinnen die introverts niet willen horen

Charlotte
herkenbaar-introverts

5 dingen die introvert té vaak horen

Wij introverts hebben het soms best zwaar. We staan liever niet in het middelpunt van de aandacht, trekken ons iets meer terug in grote gezelschappen, en zijn al helemaal niet van plan om onze stem boven de rest uit te laten komen. Dat betekent echter niet dat we deze vijf opmerkingen nog nooit eerder hebben gehoord. Sterker nog, we horen ze continu! Of we nu bij een feestje zijn, een vergadering op het werk, of gewoon op bezoek bij famillie, deze zinnen komen altijd weer terug. Hier zijn de vijf meest voorkomende opmerkingen die wij, introverts, regelmatig voor onze kiezen krijgen – zucht.

1. “Doe niet zo saai”

Saai? Dat introverte mensen over het algemeen iets meer op zichzelf zijn en zich meestal wat stiller gedragen in sociale bijeenkomsten, betekent zeker niet dat ze saai zijn! Integendeel, terwijl extraverte mensen vaak handelen op impulsieve invallen, hebben wij introverts onze volgende stap zorgvuldig doordacht. Is dat saai? Wij vinden van niet. Terwijl extraverten druk bezig zijn met de buitenwereld, hebben wij de tijd genomen om na te denken, te reflecteren en creatief te zijn.

Onze stilte is vaak een teken van diepgaande gedachten en innovatieve ideeën. Dus, saai? Absoluut niet! We hebben misschien een andere aanpak, maar dat maakt ons zeker niet minder interessant.

2. ”Waarom ben je zo stil?”

Een vraag die introverte mensen maar al te vaak horen, en laten we eerlijk zijn, het is geen favoriet. Het suggereert dat stil zijn iets negatiefs is, terwijl voor introverten stilte juist een natuurlijke en comfortabele staat is. Stil zijn, betekent niet dat ze niets te zeggen hebben of zich ongemakkelijk voelen. Vaak zijn introverten diepe denkers die graag luisteren en observeren voordat ze hun mening delen. Ze genieten van rustige momenten en hechte gesprekken, in plaats van luidruchtige bijeenkomsten en oppervlakkige praatjes.

3. ”Vind je het goed als ik iemand meeneem?”

Nee! Introverten houden veel meer van één-op-één gesprekken dan van groepsgesprekken. Diepe, betekenisvolle gesprekken winnen het altijd van oppervlakkige small talk. Als er ineens meer mensen aan het gesprek meedoen, kan dat voor een introvert best lastig zijn. Ze hebben namelijk wat meer tijd nodig om te reageren, en in een groep is die kans vaak kleiner omdat iemand anders al snel het woord overneemt. Maar eerlijk, met zijn tweeën is het toch ook supergezellig?

4. “Ik had niet verwacht dat je zo aardig was”

Dit is een opmerking die introverten helaas maar al te vaak horen. Het lijkt te suggereren dat een rustig of terughoudend karakter gelijk staat aan onaardig zijn, wat natuurlijk helemaal niet klopt! Introverten hebben vaak een warme, vriendelijke persoonlijkheid die pas echt zichtbaar wordt in een comfortabele, rustige omgeving. Ze zijn misschien niet altijd de luidruchtigste in de kamer, maar dat betekent niet dat ze minder aardig of sociaal zijn.

5. “Ben je verlegen?”

Hoewel verlegenheid en introversie vaak in één adem worden genoemd, zijn het eigenlijk twee verschillende dingen. Verlegenheid draait om een gevoel van angst, nervositeit of ongemak in sociale situaties, vooral bij interacties met vreemden of in groepen. Mensen die verlegen zijn, vermijden vaak sociale situaties uit angst voor afwijzing of kritiek. Aan de andere kant is introversie een persoonlijkheidskenmerk dat draait om de voorkeur voor rustige omgevingen en de neiging om energie te halen uit alleen zijn of activiteiten die individueel worden uitgevoerd. Introverte mensen kunnen wel van sociale interacties genieten, maar hebben ook tijd nodig om op te laden na periodes van sociale activiteit – duh!

Beeld: Netflix | You